Plan incliné de Saint-Louis-Arzviller is een scheepslift op het Marne Rijnkanaal in Frankrijk. Het overwint het hoogteverschil van de Vogezen. Het bovenpand is gelijk ook het scheidingspand van het kanaal.
Deze scheepslift is uitgevoerd als een hellend vlak met een dwars geplaatste bak. Het hellend vlak is 108,60 meter lang en ligt onder een constante hoek van 41%. Het verval bedraagt 44,50 meter, wat gelijk is aan het verval van de 17 sluizen in de Vallée des Eclusiers die deze lift vervangt.
Het hellend vlak werd in 1969 in gebruik genomen. De vallei met 17 sluizen werd ermee overbodig. De vallei was berucht bij schippers omdat er op een relatief kort stuk 17 sluizen gepasseerd moest worden, en het kanaal er zo smal was dat het kruissen van tegenkomende vaart niet kon.
De bak is 41,50 meter lang, 5,50 meter breed en 3,20 meter diep, en weegt rond de 900 ton. Dit gewicht varieert ongeveer 50 ton. Als de bak boven staat, stroomt er door de waterstand van het bovenpand ongeveer 20 centimeter water extra in de bak. Als de bak beneden staat, stroomt die 20 centimeter water weer uit de bak. Met het zwaarder en lichter worden van de bak, door het in of uitstromen van die 20 centimeter water is de bak net niet in balans met de twee contragewichten. De 50 ton verschil in gewicht wordt als hulp in de aandrijving gebruikt. De twee elektromotoren van 90 kilowatt regelen het versnellen bij de start van de beweging, een gelijkmatige loop, en het afremmen bij het bereiken van de andere kant. Door het gebruik te maken van het verschil in gewicht loopt de bak bijna vanzelf op en neer. De motoren kunnen daardoor dus relatief klein zijn gezien het gewicht van de bak.
Oorspronkelijk waren er twee bakken voorzien voor het op en neer bewegen van schepen. Echter de tweede bak is nooit gerealiseerd.