Het kanal van de Ille en Rance is een klein kanaal in west Frankrijk wat een verbinding vormt tussen de steden Rennes en Saint Malo. De lengte van het kanaal is 84,4 kilometer. Het bestaat grofweg uit drie delen.
Het kanaal wordt op het hoogste punt bij Guipel voorzien van water vanuit meerdere stuwmeren. Het meer van Hédé, Bazouges, Boulet Feins, La Bézardière à Hédé, Ouée à Gosne en 8 voedingskanalen met een totale lengte van ruim 28 kilometer.
Op het kanaal zorgen 48 sluizen voor het overwinnen van het hoogteverschil. In Rennes is de verbinding met de gekanaliseerde rivier de Vilaine. De Vilaine staat bij Redon weer in verbinding met het Kanaal van Nantes naar Brest.
Sinds de 16e eeuw bestonden er al plannen om in Bretagne kanalen en rivieren geschikt te maken voor transport over water. In de 18e eeuw werden er enkele plannen verder uitgewerkt en een drietal projecten zou het Kanaal tussen Frankrijk en Engeland met de Atlantische Oceaan met een vaarweg met elkaar moeten verbinden. Transport over zee was door verschillende door de Engelsen opgelegde zeeblokkades niet mogelijk.
De Franse Revolutie zorgde voor uitstel van de plannen. Pas begin 19e eeuw zou Napoleon Bonaparte er van overtuigd worden om een kanalennetwerk te realiseren.
Op 28 december 1803 werd het project van Joseph Liard goedgekeurd door de hoge raad van "Ponts-et-Chaussées". De dreiging van nieuwe zeeblokkades vanuit Engeland waren mede de reden dat bouw werd goedgekeurd.
De bouw van het kanaal bij Hédé begon in 1804 en de verbinding tussen de rivieren de Ille en Rance duurde 9 jaren. Het werk werd gehinderd door oorlogsuitgaven en ontwikkelingen in de diplomatieke betrekkingen tussen Frankrijk en Engeland. In 1815 was het werk bijna voltooid, echter de vrede tussen Engeland en Frankrijk liet de zeeblokkade's vervallen. De militaire noodzaak om een noord zuid verbinding te hebben verviel hiermee.
Tussen 1816 en 1822 werd er niet gewerkt aan het kanaal. Pas na het benoemen van Camille-Jean Maugé als ingenieur bij Ponts-et-Chaussées, werden de werken hervat. 10 juni 1832 werd de eerste proefvaart gehouden, en op 5 oktober 1832 werd het kanaal officieel geopend. De scheepvaart kon later die maand gebruik gaan maklen van het kanaal.
De eerste decennia ontwikkeld het kanaal zich, en voldoet aan alle verwachtingen. De schepen vervoeren kolen, bouwmaterialen, kalk naar Saint Germain sur Ille waar kalkovens zijn, brandhout, metalen en landbouwproducten.
De komst van de trein in Rennes in 1857 en de spoorlijn tussen Rennes en Saint Malo in 1864 zorgden voor een teruggang van de vervoerde goederen over het kanaal. De snelle vooruitgang van de spoorwegen, en de opkomst van vrachtwagens zorgde voor een aanzienlijke daling van het transport over het kanaal.
Aan het einde van de 20e eeuw maakten de scheepvaart plaats voor recreatie. Toeristen, vissers en wandelaars namen de plaats van de schepen in.
1972 is het laatste transport per schip. De opkomst van recreatievaart en toerisme zorgen er echter voor dat het kanaal niet vergeten wordt.